- Vertraag geleidelijk en trek de aandacht van de voertuigen achter je door gebruik te maken van je noodknipperlichten of stoplicht.
- Hou voldoende afstand met de auto’s voor je als je aansluit bij de file.
Filerijden is toegelaten en reglementair volgens de wegcode:
- Je mag rijden tussen twee rijstroken, tussen een rij stilstaande voertuigen of tussen voertuigen die zich met een geringe snelheid verplaatsen.
- Bij filerijden mag je als motorrijder niet sneller rijden dan 50 km/u.
- Het snelheidsverschil tussen je motor en de wagens die zich in de rijstroken of files bevinden, mag niet meer dan 20 km/u bedragen.
- Op autosnelwegen en autowegen moet je dan tussen de twee meest links gelegen rijstroken rijden.
Positief opvallen
- Val op met een kleurige motoruitrusting en helm, en kies voor kledij waarin reflecterende strips zijn verwerkt.
- Blijf uit de dode hoek van de wagen of vrachtwagen: rij niet te lang op de zelfde positie naast of achter een voertuig.
Altijd 'uitkijken'
- Rij defensief en anticipeer op het gedrag van andere weggebruikers. Besef dat automobilisten de snelheid van een aankomende motorrijder doorgaans moeilijk kunnen inschatten.
- Wil je inhalen? Kijk eerst in je achteruitkijkspiegel en gebruik daarna de richtingaanwijzers. Na een blik over de schouder ben je helemaal zeker of je veilig kan inhalen.
- Bij regenweer loop je meer kans op slipgevaar, ben je zelf minder zichtbaar voor automobilisten en zal je andere weggebruiker minder goed opmerken.
- Bij ijzel of mist laat je de motor beter in de garage.
Meer informatie? Download de brochure 'Open vizier op veilig motorrijden'