Pagina's

maandag 20 september 2021

 BURGERLIJK WETBOEK - belangrijke wijzigingen "eigendom"

Recent werd het Burgerlijk Wetboek aangepast om problemen te vermijden die tot een burengeschil zouden kunnen leiden.   Voortaan heeft de "buur" wat meer toegangsrechten gekregen om de naburige eigendom te betreden in welbepaalde gevallen.  Let op, er moet steeds toestemming zijn van de eigenaar om diens eigendom te betreden.  Het is dus absoluut niet zo dat buren of anderen iemands tuin zonder toestemming kunnen betreden !

De essentie van de wijzigingen behelst het recht om een zaak of dier, dat op onopzettelijke wijze op een anders eigendom is terechtgekomen, terug te krijgen of te halen.  De oude wetgeving voorzag niet in de verplichte teruggave.

Dit zijn de belangrijkste wijzigingen van artikel 3.67 van het Burgerlijk Wetboek :

§ 1. Indien een zaak of dier op onopzettelijke wijze op een naburig onroerend goed is terechtgekomen, moet de eigenaar van dit onroerend goed ze teruggeven of toelaten dat de eigenaar van deze zaak of van dit dier ze weghaalt.
§ 2. De eigenaar van een onroerend goed moet, na voorafgaande kennisgeving, gedogen dat zijn nabuur toegang heeft tot dit onroerend goed indien dit noodzakelijk is om bouw- of herstellingswerken uit te voeren, of om de niet-gemene afsluiting te herstellen of te onderhouden, tenzij indien de eigenaar rechtmatige motieven laat gelden om deze toegang te weigeren.

Indien dit recht toegelaten wordt, moet het op de voor de nabuur minst schadelijke wijze worden uitgeoefend. De eigenaar heeft recht op vergoeding indien hij schade heeft geleden.
§ 3. Wanneer een onbebouwd en onbewerkt onroerend goed niet is afgesloten, mag ieder er zich op begeven tenzij de eigenaar van dit perceel schade of hinder hiervan ondervindt of op duidelijke wijze kenbaar heeft gemaakt dat het verboden is voor derden om zonder zijn toestemming de grond te betreden. Degene die gebruik maakt van dit gedogen, kan zich noch op artikel 3.26 noch op artikel 3.59 beroepen.