In België, net zoals in de rest van Europa, zijn motorrijders vaker betrokken bij ernstige verkeersongevallen dan andere weggebruikers. Om dit fenomeen beter te kunnen begrijpen, heeft het Belgisch Instituut voor Verkeersveiligheid (BIVV) een diepgaand onderzoek uitgevoerd. Het BIVV baseerde zich daarvoor op de gerechtelijke dossiers van 200 zware of dodelijke ongevallen waarbij motorrijders waren betrokken. De meeste van die ongevallen hadden plaats in 2010, een klein deel ervan in 2009.
Het doel van dit onderzoek was tweeledig. Enerzijds wilde men achterhalen welke oorzakelijke en verzwarende factoren een rol spelen bij ernstige ongevallen met motorrijders in België. Anderzijds wilde men de typische situaties waarin dergelijke ongevallen gebeuren, identificeren. We zullen hier enkele belangrijke resultaten van dit onderzoek kort bespreken, maar eerst willen we even wijzen op de beperkingen van het BIVV-onderzoek.
Beperkingen van het onderzoek
In het onderzoeksrapport van de BIVV wordt duidelijk aangegeven dat deze grondige analyse van zware en dodelijke ongevallen met motorrijders op basis van gerechtelijke dossiers een aantal methodologische beperkingen heeft:
• De dodelijke ongevallen zijn oververtegenwoordigd in deze steekproef (1 op de 2); in werkelijkheid is de verhouding van dodelijke ongevallen tegenover zware ongevallen (zonder dodelijke slachtoffers) in België 1 op 7.
• Het onderzoek baseert zich hoofdzakelijk op processen-verbaal van de politie, maar de gedetailleerdheid van die informatie verschilt sterk van pv tot pv.
• Het alcoholpercentage in het bloed van de motorrijders die betrokken waren bij een zwaar of dodelijk ongeval, werd in de meeste gevallen in 2010 niet gecontroleerd.
• De onderzoekers zijn zelf nooit op de plaats van de ongevallen geweest.
• De gerapporteerde snelheid vlak voor het ongeval berust op een schatting. De hiervoor gebruikte methode leidt echter vaak tot een onderschatting van de snelheid.
Soorten ongevallen en hun oorzaken
De balans van “initiators” van een dergelijk ongeval helt licht over in het nadeel van de motorrijders. De initiator van een ongeval is niet noodzakelijk de (enige) verantwoordelijke voor het ongeval in juridische zin, maar hij heeft wel de verkeerssituatie zodanig gewijzigd dat het ongeval heeft kunnen gebeuren.
56% van de onderzochte ongevallen werd zo “geïnitieerd” door de motorrijder en 41% door een andere weggebruiker. Bij de resterende 3% was er sprake van een externe oorzaak, bijvoorbeeld het slechte wegdek. Motorrijders zelf, die zich vaak ergeren aan de slechte staat van de bepaalde Belgische wegen, schatten deze laatste oorzaak over het algemeen veel hoger in.
Het doel van dit onderzoek was tweeledig. Enerzijds wilde men achterhalen welke oorzakelijke en verzwarende factoren een rol spelen bij ernstige ongevallen met motorrijders in België. Anderzijds wilde men de typische situaties waarin dergelijke ongevallen gebeuren, identificeren. We zullen hier enkele belangrijke resultaten van dit onderzoek kort bespreken, maar eerst willen we even wijzen op de beperkingen van het BIVV-onderzoek.
Beperkingen van het onderzoek
In het onderzoeksrapport van de BIVV wordt duidelijk aangegeven dat deze grondige analyse van zware en dodelijke ongevallen met motorrijders op basis van gerechtelijke dossiers een aantal methodologische beperkingen heeft:
• De dodelijke ongevallen zijn oververtegenwoordigd in deze steekproef (1 op de 2); in werkelijkheid is de verhouding van dodelijke ongevallen tegenover zware ongevallen (zonder dodelijke slachtoffers) in België 1 op 7.
• Het onderzoek baseert zich hoofdzakelijk op processen-verbaal van de politie, maar de gedetailleerdheid van die informatie verschilt sterk van pv tot pv.
• Het alcoholpercentage in het bloed van de motorrijders die betrokken waren bij een zwaar of dodelijk ongeval, werd in de meeste gevallen in 2010 niet gecontroleerd.
• De onderzoekers zijn zelf nooit op de plaats van de ongevallen geweest.
• De gerapporteerde snelheid vlak voor het ongeval berust op een schatting. De hiervoor gebruikte methode leidt echter vaak tot een onderschatting van de snelheid.
Soorten ongevallen en hun oorzaken
De balans van “initiators” van een dergelijk ongeval helt licht over in het nadeel van de motorrijders. De initiator van een ongeval is niet noodzakelijk de (enige) verantwoordelijke voor het ongeval in juridische zin, maar hij heeft wel de verkeerssituatie zodanig gewijzigd dat het ongeval heeft kunnen gebeuren.
56% van de onderzochte ongevallen werd zo “geïnitieerd” door de motorrijder en 41% door een andere weggebruiker. Bij de resterende 3% was er sprake van een externe oorzaak, bijvoorbeeld het slechte wegdek. Motorrijders zelf, die zich vaak ergeren aan de slechte staat van de bepaalde Belgische wegen, schatten deze laatste oorzaak over het algemeen veel hoger in.
Bij 35% van de motorongevallen was de motorrijder de enige betrokkene. In 90% van die gevallen werd het ongeval veroorzaakt door de motorrijder zelf, meestal doordat hij de controle over het stuur verloor, of doordat hij begon te slippen bij het afremmen.
Bij de overige 65% van de ongevallen, waarbij dus nog een andere weggebruiker betrokken is, had in iets meer dan de helft van de gevallen de andere weggebruiker de motorrijder niet of veel te laat gezien. En in 10% van dit soort gevallen had de andere weggebruiker de snelheid waarmee de motor kwam aangereden, onderschat.
Vandaar dat verschillende recente campagnes enerzijds hameren op het belang van de zichtbaarheid van motorrijders, en anderzijds automobilisten erop wijzen dat ze steeds extra goed moeten opletten voor ze een manoeuvre uitvoeren.
Profiel: bijna 100 % mannelijk
De overgrote meerderheid (98%) van de verongelukte motorrijders waren mannen. De gemiddelde leeftijd van de motorrijders die bij de onderzochte ongevallen waren betrokken, was 40 jaar. Toch waren er in verhouding meer jonge mannen onder de slachtoffers. Het is dus zeker interessant om over enkele jaren na te gaan wat het effect is van de nieuwe procedure voor het behalen van een motorrijbewijs op de veiligheid van jonge motorrijders.