Pagina's

maandag 24 juni 2013

Als je met een step, een skateboard of skeelers rijdt ...

Welke regels moet je naleven als je met een rolstoel – elektrisch of niet –, met een skateboard, een step ... op de openbare weg rijdt?

Als je je sneller verplaatst dan een voetganger

Ligt je snelheid hoger dan stapvoets, dan moet je net zoals de fietsers de fietspaden gebruiken. Als die er niet zijn, dan moet je op de rijbaan rijden. Je mag echter ook de parkeerzones en gelijkgrondse bermen aan de rechterkant van de straat gebruiken (zo dicht mogelijk tegen de rand, maar niet in de goot), maar dan moet je wel voorrang geven aan de andere weggebruikers die zich daar bevinden. Buiten de bebouwde kom mag je je ook verplaatsen op de trottoirs en verhoogde bermen. Autosnelwegen en autowegen zijn verboden terrein. Je moet ook de andere verplichtingen voor fietsers naleven, zoals de voorrangsregels (bv. voorrang geven aan voetgangers die via een zebrapad willen oversteken).

Welke verlichting?

Tussen het vallen van de avond en het aanbreken van de dag, en als de zichtbaarheid minder dan 200 meter bedraagt, moet je – wanneer je als gebruiker van een voortbewegingstoestel op het fietspad of op de rijbaan rijdt – een wit of geel licht vooraan en een rood licht achteraan hebben.

Deze lichten mogen in één toestel verenigd zijn en mogen ook knipperen. Je mag de verlichting op je lichaam dragen of ze mag aan het voortbewegingstoestel bevestigd zijn.

Andere bijzonderheden

De gemotoriseerde voortbewegingstoestellen worden voor de toepassing van het KB van 13 februari 2013 en voor de reglementering betreffende het rijbewijs, niet gelijkgesteld met motorvoertuigen. De gebruiker van een gemotoriseerd voortbewegingstoestel heeft dus geen rijbewijs nodig, maar hij moet daarentegen zijn voertuig wel laten verzekeren, iets wat in de praktijk echter weinig gerespecteerd wordt. De gemotoriseerde voortbewegingstoestellen moeten eveneens gehomologeerd worden om op de openbare weg gebruikt te mogen worden (kijk dit na voor de aankoop!), maar er zijn uitzonderingen voorzien, namelijk voor rolstoelen voor personen met een handicap en voor voertuigen die door hun bouw niet sneller dan 6 km per uur kunnen rijden.

Het niet bereden voortbewegingstoestel wordt niet als voertuig beschouwd. Daarom zijn de regels voor het stilstaan en parkeren voor de bestuurder ervan niet van toepassing.

Een gemotoriseerd voortbewegingstoestel moet niet ingeschreven worden.

De gebruiker van een voortbewegingstoestel die niet sneller dan stapvoets rijdt, wordt niet gelijkgesteld met een bestuurder. De politie kan hem/haar dus bijvoorbeeld niet verbaliseren voor het gebruik van een draagbare telefoon die hij/zij in de hand houdt. Maar hij/zij moet daarentegen wel alle verplichtingen van de voetganger naleven ...