Voordat u vertrekt, hebt u er alle belang bij dat uw achteruitkijkspiegels juist staan afgesteld. Hoewel het onmogelijk is om de dode hoeken volledig te vermijden, kunt u ze toch sterk verminderen als uw drie achteruitkijkspiegels correct zijn ingesteld. Enkele zeer nuttige tips in samenwerking met het BIVV.
Hoe uw achteruitkijkspiegels doeltreffend afstellen:
• Neem, voordat u ze instelt, uw gewoonlijke stuurhouding aan.
• De binnenspiegel moet een volledig zicht geven op de achterruit door de linkerkant van de achteruitkijkspiegel te laten samenvallen met de linkerkant van de achterruit.
• De afstelling van de buitenspiegels moet u, op het binnenste deel van deze spiegels, toelaten om de flank (het slot van het achterportier) van de auto te zien. Achteraan de auto moet de grond zichtbaar zijn. Het is echter aangeraden dat u de linkerbuitenspiegel toch een beetje naar buiten draait zodanig dat u net de linkerflank van uw wagen niet meer kunt zien.
Andere tips:
• Houd zeer regelmatig in uw binnen- en buitenachteruitkijkspiegels het verkeer in het oog; laat u niet verrassen door een auto of motorfiets die met grote snelheid nadert.
• Als u wilt inhalen, vergewis er u dan van dat de rijstrook vrij is, door in uw achteruitkijkspiegels te kijken. Kijk vervolgens even achterom over uw linkerschouder in de dode hoek.
• Wanneer u een voertuig ingehaald hebt, werp dan een blik naar rechts door de zijruiten en kijk ook in de rechterachteruitkijkspiegel voordat u zich terug naar rechts begeeft.
• Belemmer het zicht achteraan en opzij van het voertuig niet door spullen of bagage op de hoedenplank te leggen die u beletten om goed te zien.
Hoe uw achteruitkijkspiegels doeltreffend afstellen:
• Neem, voordat u ze instelt, uw gewoonlijke stuurhouding aan.
• De binnenspiegel moet een volledig zicht geven op de achterruit door de linkerkant van de achteruitkijkspiegel te laten samenvallen met de linkerkant van de achterruit.
• De afstelling van de buitenspiegels moet u, op het binnenste deel van deze spiegels, toelaten om de flank (het slot van het achterportier) van de auto te zien. Achteraan de auto moet de grond zichtbaar zijn. Het is echter aangeraden dat u de linkerbuitenspiegel toch een beetje naar buiten draait zodanig dat u net de linkerflank van uw wagen niet meer kunt zien.
Andere tips:
• Houd zeer regelmatig in uw binnen- en buitenachteruitkijkspiegels het verkeer in het oog; laat u niet verrassen door een auto of motorfiets die met grote snelheid nadert.
• Als u wilt inhalen, vergewis er u dan van dat de rijstrook vrij is, door in uw achteruitkijkspiegels te kijken. Kijk vervolgens even achterom over uw linkerschouder in de dode hoek.
• Wanneer u een voertuig ingehaald hebt, werp dan een blik naar rechts door de zijruiten en kijk ook in de rechterachteruitkijkspiegel voordat u zich terug naar rechts begeeft.
• Belemmer het zicht achteraan en opzij van het voertuig niet door spullen of bagage op de hoedenplank te leggen die u beletten om goed te zien.