Wat is eco-driving?
- Schakel tijdig naar een hogere versnelling. Schakel bij een toerental dat bij voorkeur lager is dan 2500 toeren bij benzinemotoren en 2000 toeren bij dieselmotoren. Met een nieuwe wagen hoef je niet meer tot hoge toerentallen te gaan om vlot te kunnen versnellen.
- Rijd zo veel mogelijk met een constante snelheid.
- Volg de verkeersstroom en anticipeer op wat voor je gebeurt. Hou voldoende afstand ten opzichte van je voorligger. Zo vermijd je dat je sterk moet remmen wanneer je voorganger remt.
- Laat tijdig gas los, wanneer je een kruispunt, verkeerslicht, etc. nadert.
- Rem op de motor: Laat hierbij de motor zo lang mogelijk in dezelfde versnelling zonder koppeling in te drukken. Moderne motoren sluiten automatisch de brandstoftoevoer af zodra je de gaspedaal loslaat.
- Rijd niet te snel! Bij snelheden boven 100 km/u is de snelheid de bepalende factor voor het brandstofverbruik.
- Houd de bandenspanning op peil.
- Maak verstandig gebruik van boordapparatuur. Schakel de airco alleen aan als het behoorlijk warm wordt in de auto, of wanneer je ramen beslaan. Een open raam bij een hoge snelheid geeft tot 5% meer brandstofverbruik, airco zelfs 10% meer.
- Vermijd overbodig gewicht. Plaats fietsen bij voorkeur op een rek achteraan het voertuig en verwijder bagagerekken en skiboxen als je ze niet gebruikt. Een fietsdrager op het dak verbruikt 20 tot 30% meer brandstof. Skiboxen veroorzaken tot 10% meer brandstofverbruik, vooral bij hogere snelheden.