Op enkele meters van een rood licht vindt u eindelijk een plaatsje vrij om uw auto te zetten. U twijfelt echter: mag u wel zo dicht bij een verkeerslicht parkeren? Een automobilist herinnert zich niet altijd goed meer hoe ver hij precies zijn voertuig mag laten stilstaan of parkeren van een oversteekplaats voor voetgangers of fietsers, in de buurt van een kruispunt, in de nabijheid van een verkeersbord of een verkeerslicht.
Laat ons dus kort de bepalingen van de wegcode op dit vlak overlopen.
Stilstaan en parkeren verboden op een bepaalde afstand
Artikel 24 van de wegcode bepaalt als algemeen principe dat een stilstaand voertuig nooit een gevaar mag vormen voor de andere weggebruikers en dat het hen ook niet onnodig mag hinderen. Stilstaan en parkeren zijn dus verboden op de voetpaden, oversteekplaatsen voor voetgangers en fietsers, fietspaden, overwegen, enz.
Laten we ons hier beperken tot de verschillende gevallen waarbij stilstaan en parkeren niet zijn toegestaan vanaf een bepaalde afstand, namelijk:
• op minder dan 5 meter van beide kanten van de plaats waar de fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen verplicht zijn het fietspad te verlaten om op de rijbaan te rijden of de rijbaan te verlaten om op het fietspad te rijden;
• op de rijbaan op minder dan 5 meter voor de oversteekplaatsen voor voetgangers, voor fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen;
• in de nabijheid van de kruispunten, op minder dan 5 meter van de verlenging van de naastbijgelegen rand van de dwarsrijbaan;
• op minder dan 20 meter voor de verkeerslichten op de kruispunten;
• op minder dan 20 meter voor de verkeersborden en de verkeerslichten buiten de kruispunten.
Uitzondering: de voertuigen waarvan de hoogte, lading inbegrepen, niet meer dan 1,65 m bedraagt, wanneer de onderkant van die verkeersborden of lichten zich ten minste 2 meter boven de rijbaan bevindt.
Laat ons dus kort de bepalingen van de wegcode op dit vlak overlopen.
Stilstaan en parkeren verboden op een bepaalde afstand
Artikel 24 van de wegcode bepaalt als algemeen principe dat een stilstaand voertuig nooit een gevaar mag vormen voor de andere weggebruikers en dat het hen ook niet onnodig mag hinderen. Stilstaan en parkeren zijn dus verboden op de voetpaden, oversteekplaatsen voor voetgangers en fietsers, fietspaden, overwegen, enz.
Laten we ons hier beperken tot de verschillende gevallen waarbij stilstaan en parkeren niet zijn toegestaan vanaf een bepaalde afstand, namelijk:
• op minder dan 5 meter van beide kanten van de plaats waar de fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen verplicht zijn het fietspad te verlaten om op de rijbaan te rijden of de rijbaan te verlaten om op het fietspad te rijden;
• op de rijbaan op minder dan 5 meter voor de oversteekplaatsen voor voetgangers, voor fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen;
• in de nabijheid van de kruispunten, op minder dan 5 meter van de verlenging van de naastbijgelegen rand van de dwarsrijbaan;
• op minder dan 20 meter voor de verkeerslichten op de kruispunten;
• op minder dan 20 meter voor de verkeersborden en de verkeerslichten buiten de kruispunten.
Uitzondering: de voertuigen waarvan de hoogte, lading inbegrepen, niet meer dan 1,65 m bedraagt, wanneer de onderkant van die verkeersborden of lichten zich ten minste 2 meter boven de rijbaan bevindt.