De Wegverkeerswet ( gecoƶrdineerd op 16 maart 1968) maakt het sedert begin maart 2006 mogelijk om bij bepaalde parkeerovertredingen het voertuig te immobiliseren met een wielklem.
De concrete parkeerovertredingen waarbij dit kan, werden nu opgesomd in artikel 27 quinquies van de Wegcode. Deze concrete oplijsting werd in de Wegcode ingevoegd bij wijzigingsKB van 5 juni 2013; zij werd van kracht op 8 juli 2013.
Het gaat om overtredingen op de volgende bepalingen:
- het gebruik van de parkeerschijf bij het parkeren in een blauwe zone en de eventuele ontheffing op dit schijfgebruik met een gemeentelijke parkeerkaart;
- het gebruik van de parkeerschijf bij het parkeren op parkeerplaatsen waarop een blauwe zone reglementering van kracht is;
- het parkeren op plaatsen met betalend parkeren;
- het parkeren op plaatsen die voorbehouden zijn aan houders van een geƫigende parkeerkaart;
- het parkeren waarbij de gemeentelijke parkeerkaart vervangen is door elektronisch toezicht.
De wielklem wordt hierbij beschouwd als een dwangmiddel om betaling te bekomen van een belasting of een retributie die geheven werd naar aanleiding van een gedepenaliseerde parkeerovertreding.
Andere parkeerovertredingen, zoals hinderlijk of gevaarlijk parkeren, onrechtmatig parkeren op plaatsen voor personen met een handicap, niet-naleving van de regels voor het langdurig parkeren, worden niet gepast bevonden om bestraft te worden met een immobilisering van het voertuig.
Verder is het aan de gewesten om het gebruik van de wielklem te bepalen, het gaat meer bepaald om:
- de precieze omstandigheden waarin de wielklem kan gebruikt worden;
- de overheid die bevoegd is om de klem te plaatsen;
- de ontvangst van de plaatsings- en verwijderingskosten;
- de permanentie nodig voor het verwijderen van de wielklemmen en de inning van de parkeerbelasting of –retributie;
- de regels voor verwijdering en inbeslagname van het voertuig ingeval van niet-betaling.