De wet voorziet voortaan in een specifieke sanctie voor wie nalaat zijn rijbewijs tijdig in te leveren. Tot nog toe kon die inbreuk alleen vervolgd worden als overtreding van eerste graad.
Vanaf 1 maart 2013 riskeren overtreders een geldboete van 200 tot
2.000 euro en een bijkomend rijverbod van minstens een maand (of één van deze
straffen). Is er sprake van verzachtende omstandigheden, dan kan de geldboete
verminderd worden. Ze moet echter minstens één euro bedragen. Bij herhaling
binnen de 3 jaar worden de straffen verdubbeld.
Er wordt ook rekening gehouden met het feit dat een rijverbod al
voor een deel verlopen is wanneer iemand zijn rijbewijs laattijdig inlevert. Bij
laattijdige inlevering wordt het rijverbod daarom verlengd met de termijn
die is verstreken tussen de vijfde dag na de kennisgeving door het OM en de
effectieve afgifte van het rijbewijs. Kreeg een veroordeelde meerdere
vervallenverklaringen opgelegd als straf, dan kan het OM de perioden van verval
opeenvolgend laten ingaan.
Wie een rijverbod kreeg en toch blijft rijden, riskeert een
gevangenisstraf van 15 dagen tot een jaar en een geldboete van 500 tot
2.000 euro (of één van deze straffen). Daarnaast dreigt ook een bijkomend
rijverbod van minstens 3 maanden tot maximum 5 jaar of een levenslang
rijverbod.
Vanaf 1 maart 2013 worden die straffen verdubbeld bij herhaling
binnen de 3 jaar. Daarmee komt er voor het rijden spijts verval van recht tot sturen een identieke
recidiveregeling als voor het rijden spijts de onmiddellijke intrekking van het rijbewijs door het parket
die al langer bestond.