Sommige particulieren hebben een of meerdere oude wapens die een zekere waarde vertegenwoordigen als erfgoed in huis. Aangezien dergelijke oorlogssouvenirs geen enkel crimineel doel dienen, was er volgens de wet dan ook geen enkele vergunning voor nodig. In 2007 werd de lijst van historische, folkloristische en decoratieve wapens die vrij verkocht mochten worden – de zogenaamde HFD-lijst – zelfs nog uitgebreid.
Zes jaar later, in mei 2013, werd deze lijst echter afgeschaft en voortaan zullen dus ook deze wapens moeten worden aangegeven en geregistreerd.
Waarom werd de HFD-lijst afgeschaft?
De politiediensten constateerden dat sommige van die HFD-wapens waarvoor in het buitenland nog munitie te verkrijgen is, toch weer opdoken in criminele milieus. Vandaar dat de Belgische ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken besloten om de volledige HFD-lijst af te schaffen. Voor het bezit van dergelijke historische, folkloristische of decoratieve wapens is nu dus weer een vergunning nodig.
De wijzigingen aan het Koninklijk Besluit van 20 september 1991
Bepaalde vuurwapens die vermeld worden in het eerste artikel van het KB van 20 september 1991 zullen nog steeds vrij mogen worden verkocht. Het gaat hoofdzakelijk om modellen of brevetten van voor 1890 van buskruitvuurwapens die voor 1945 werden gemaakt, en om alle wapens die door de Proefbank voor vuurwapens in Luik werden geneutraliseerd.
De lijst in bijlage van bovengenoemd KB werd echter afgeschaft, waardoor alle niet-geneutraliseerde vuurwapens voortaan vallen onder de categorie “vergunningsplichtige wapens”.
Het feit dat voor bepaalde wapens geen gepaste munitie meer wordt gemaakt, betekent dus ook niet langer dat die wapens vrij verkrijgbaar zijn.
Bovendien is de fabricatiedatum die bepaalt dat wapens die voor die tijd zijn gemaakt, vrij verkrijgbaar zijn, verschoven van 1897 naar 1895.
Registratie van HFD-wapens
De houder van een vuurwapen dat door het KB van 8 mei 2013 vergunningsplichtig is geworden, moet dit wapen voorleggen aan de lokale politie vóór 25 mei 2014. De politie zal dan een voorlopige vergunning (model 6) afgeven, op voorwaarde dat de houder meerderjarig is en nog nooit veroordeeld is.
Vervolgens wordt er een vergunningsaanvraag naar de gouverneur gestuurd. De houder van het betreffende vuurwapen mag dit wapen voorhanden houden in afwachting van de beslissing. De vergunning wordt gratis afgeleverd, maar er moet wel telkens een bijdrage worden betaald bij de vijfjaarlijkse controle.
Wanneer de houder minstens vijf vuurwapens bezit, kan hij ook een verzamelerkenning voor HFD-wapens aanvragen. Verzamelaars die al een erkenning hadden op 25 mei 2013, moesten ten laatste op 9 juni hun wapens inschrijven in hun register. Het thema van hun verzameling is niet van toepassing op deze wapens.
Zes jaar later, in mei 2013, werd deze lijst echter afgeschaft en voortaan zullen dus ook deze wapens moeten worden aangegeven en geregistreerd.
Waarom werd de HFD-lijst afgeschaft?
De politiediensten constateerden dat sommige van die HFD-wapens waarvoor in het buitenland nog munitie te verkrijgen is, toch weer opdoken in criminele milieus. Vandaar dat de Belgische ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken besloten om de volledige HFD-lijst af te schaffen. Voor het bezit van dergelijke historische, folkloristische of decoratieve wapens is nu dus weer een vergunning nodig.
De wijzigingen aan het Koninklijk Besluit van 20 september 1991
Bepaalde vuurwapens die vermeld worden in het eerste artikel van het KB van 20 september 1991 zullen nog steeds vrij mogen worden verkocht. Het gaat hoofdzakelijk om modellen of brevetten van voor 1890 van buskruitvuurwapens die voor 1945 werden gemaakt, en om alle wapens die door de Proefbank voor vuurwapens in Luik werden geneutraliseerd.
De lijst in bijlage van bovengenoemd KB werd echter afgeschaft, waardoor alle niet-geneutraliseerde vuurwapens voortaan vallen onder de categorie “vergunningsplichtige wapens”.
Het feit dat voor bepaalde wapens geen gepaste munitie meer wordt gemaakt, betekent dus ook niet langer dat die wapens vrij verkrijgbaar zijn.
Bovendien is de fabricatiedatum die bepaalt dat wapens die voor die tijd zijn gemaakt, vrij verkrijgbaar zijn, verschoven van 1897 naar 1895.
Registratie van HFD-wapens
De houder van een vuurwapen dat door het KB van 8 mei 2013 vergunningsplichtig is geworden, moet dit wapen voorleggen aan de lokale politie vóór 25 mei 2014. De politie zal dan een voorlopige vergunning (model 6) afgeven, op voorwaarde dat de houder meerderjarig is en nog nooit veroordeeld is.
Vervolgens wordt er een vergunningsaanvraag naar de gouverneur gestuurd. De houder van het betreffende vuurwapen mag dit wapen voorhanden houden in afwachting van de beslissing. De vergunning wordt gratis afgeleverd, maar er moet wel telkens een bijdrage worden betaald bij de vijfjaarlijkse controle.
Wanneer de houder minstens vijf vuurwapens bezit, kan hij ook een verzamelerkenning voor HFD-wapens aanvragen. Verzamelaars die al een erkenning hadden op 25 mei 2013, moesten ten laatste op 9 juni hun wapens inschrijven in hun register. Het thema van hun verzameling is niet van toepassing op deze wapens.
Wanneer de vergunning wordt geweigerd
De gouverneur gaat na of de aanvrager niet het voorwerp is van een lopende schorsing of intrekking van een vuurwapenvergunning en of er geen redenen van openbare orde zijn die daartoe aanleiding geven.
Wanneer de vergunning wordt geweigerd, moet de betrokken houder binnen de acht dagen na kennisneming van de beslissing zijn vuurwapen in bewaring geven, of het afstaan aan een erkend of vergund persoon, of het laten neutraliseren door de Proefbank in Luik, of het overdragen aan de politie voor vernietiging.
Het is mogelijk om in beroep te gaan tegen de beslissing van de gouverneur bij de Federale Wapendienst binnen 15 dagen na kennisneming van de beslissing per aangetekend schrijven. In laatste instantie kan enkel nog beroep worden aangetekend bij de Raad van State.
Bewaring en veiligheidsmaatregelen
Voor het thuis bewaren van HFD-wapens moeten de volgende regels in acht worden genomen:
1. De wapens mogen geen munitie bevatten.
2. De wapens en de munitie moeten buiten het bereik van kinderen worden bewaard.
3. De wapens en de munitie mogen niet op dezelfde plaats worden bewaard.
4. De plaats van bewaring mag geen zichtbare aanduiding hebben die duidelijk maakt dat er wapens of munitie liggen opgeslagen.
5. Gereedschap dat een inbraak zou kunnen vergemakkelijken, mag zich nooit langer dan noodzakelijk in de buurt van de bewaarplaats bevinden.
© Secunews.be
|