Pagina's

zondag 9 februari 2014

Vervangend rijverbod kan voortaan een jaar duren

Vanaf 10 februari 2014 kunnen verkeersovertreders die hun geldboete niet betalen, een vervangend rijverbod tot één jaar krijgen. Daarmee heeft de wetgever de huidige maximum-termijn van een maand aanzienlijk opgetrokken.

De bedoeling is om rechters een beter pressiemiddel aan te reiken om wanbetalers aan te zetten tot betaling.
In de praktijk zullen rechters wel rekening houden met de financiële situatie van de veroordeelde. Ze moeten daarbij een onderscheid maken tussen personen die niet kunnen betalen en zij die dat niet willen.

Naast het ontradend effect, moet de verlenging het systeem ook eerlijker maken. Op dit moment laat de Wegverkeerswet immers toe dat geldboetes die niet betaald zijn binnen de 2 maanden (na het arrest of vonnis op tegenspraak, of vanaf de betekening indien bij verstek gewezen) vervangen worden door een rijverbod van minstens 8 dagen en maximum een maand. 

Het vormt een afwijking op de bepalingen in het Strafwetboek. Dat stelt dat niet-betaalde geldboetes kunnen vervangen worden door een gevangenisstraf die bij misdaden tot 6 maanden kan duren, bij wanbedrijven 3 maanden en bij overtredingen 3 dagen. Concreet betekent dit bijvoorbeeld dat een overtreding van de Wegverkeerswet waarbij een geldboete van 4.400 euro werd opgelegd, kan vervangen worden door een maand rijverbod terwijl een overtreding van de wetgeving aansprakelijkheid motorvoertuigen waarbij de veroordeelde een geldboete van 1.100 euro kreeg, kan worden omgezet in een plaatsvervangende gevangenisstraf van 90 dagen. Door de maximumtermijn van het vervangend rijverbod op te trekken wil de wetgever de impact van de maatregel versterken.